La Chimera

Arthur (Josh O’Connor, Only You, Gods Own Country, maar misschien vooral bekend als prins Charles in The Crown) is een archeoloog die net uit de gevangenis komt. Arthur woont in een smerige sloppenwijk in de heuvels. Daar hangt hij rond met een Fellini-achtig peloton van grijnzende, kibbelende, grafplunderende troubadours, wier inkomen theoretisch afkomstig is van het vermaken van de lokale bevolking met hun gezang. Het is echter algemeen bekend dat ze deel uitmaken van de bloeiende verborgen markt in gestolen kunstschatten. Die schatten verkopen ze vervolgens voor een fractie van hun waarde aan een louche handelaar die de valse herkomstdocumenten vervaardigt, waarmee ze legaal voor een fortuin kunnen worden doorverkocht aan buitenlandse kopers.

Omdat Arthur met behulp van een wichelroede kan vertellen waar onschatbare Etruskische oudheden begraven liggen, wordt hij zo’n beetje de baas van de bende. Dat doet hij niet voor een fortuin. Hij denkt, in zijn krankzinnige verdriet, dat hij op deze manier herenigd zou kunnen worden met zijn verloren geliefde, Benjamina (Ja, echt).

Deze nieuwe film van regisseur Alice Rohrwacher is een betoverende fantasiekomedie over verloren liefde: praatziek, luidruchtig en feestelijk in haar absoluut kenmerkende stijl. Het is een film die bruist en wemelt van het leven, met personages die vechten, zingen, stelen en ons kijkers rechtstreeks aanspreken.